Een vriend van me is nog steeds vrijgezel.
Ik heb geen medelijden met hem hoor, want hij doet precies waar ie op dat moment zin in heeft, zonder zich ook maar iets van iemand aan te hoeven trekken.
Maar toch, toen we een tijd terug in de kroeg zaten en met een redelijk dikke tong wat zaten te zeveren, werd ie sentimenteel en merkte ik dat hij een beetje jaloers was op mij. Toen vertelde ik hem dat ik dacht te weten waar hij een afslag gemist had en daarom nog steeds vrijgezel was.
“Hoe…hoezo? Hoe kan jij dat nu weten?” Uiteraard was ie kei-benieuwd. Om hem een hart onder zijn riem te steken zei ik;
“Jou schoonouders konden natuurlijk geen kinderen krijgen!” Het was een seconde stil en toen zei hij zonder een spier in zijn gezicht te vertrekken;
“Zo....volgende onderwerp.(hij is wel iets gewend) Toevallig heb ik net een vakantie naar Thailand geboekt.”
“Toe maar, meneer gaat op avontuur, goed voor jou man.”
“Jahaa.....er schijnt daar nogal wat mooi vrouwvolk rond te huppelen,” zei hij met een opgewonden overslaande stem.
Toen we een paar weken later weer een klein afzakkertje gingen proeven, vroeg ik natuurlijk hoe zijn vakantie was geweest. Eigenlijk had ik verwacht dat hij met een mooie Thaise in de arm de kroeg zou komen binnenstappen, maar hij was in zijn eentje.
“Om te beginnen stikte het daar de moord van de vliegen, ik werd er hartstikke gestoord van.”
“Hebben ze daar dan geen no-fly-zone?” vroeg ik onnozel.
“Kijk, en dit soort flauwekul heb ik daar ook gemist.” zei hij vrolijk.
“Maar je hebt er toch ook wel leuke dingen meegemaakt?”
“Jawel, om Thailand beter te leren kennen heb ik er een rondreis gemaakt,” en hij vertelde dat hij op een gegeven moment in zijn korte broek in de trein zat en dat er tegenover hem een ontzettende knappe Thaise mokkel kwam zitten.
Zo eentje waarvan je denkt, ‘hoe kan zoiets toch groeien zonder wortel.’
Zo eentje waaraan je ‘s morgens graag zou willen vragen, ‘hoe wil je je eitje....gebakken, gekookt, of bevrucht?’
“Zoiets knaps had ik in mijn hele leven nog nooit van dichtbij gezien.” Terwijl hij dat zei kreeg hij er nog een kleur van.
Hij vertelde dat ie op slag verliefd was geworden en dat hij met haar aan de praat was geraakt.
Maar de hele tijd dwong hij zichzelf te denken; ‘Nu geen erectie krijgen....nu geen erectie krijgen,’ wat gelukkig ook niet gebeurde.
“Maar ja,” zei hij nog steeds zichtbaar teleurgesteld, “ toen zag ik dat zij er wel een kreeg. Was dat effe een domper.”
Ik verslikte me in mijn bier en gleed bijna van mijn barkruk van het lachen.
“Dus jij met je boerenkool-Engels had bijna verkering met een meisje van het andere geslacht?” “Ja, zo kun je het ook uitleggen.”
Hij vertelde dat hem datzelfde nog een keer in een soort café, en daarna nog een keer in een nachtclub was overkomen.
“Niets is daarginds wat het lijkt.”
Hij was meteen genezen van zijn Thaise avontuur en blij dat ie weer terug was in ons kikkerland, waar de dingen over het algemeen ook zijn zoals ze er uit zien. En tegen mij zei hij;
“Want jij lijkt niet alleen een malloot, maar je bent er nog een ook......proost jongen.”