Omdat wij ieder jaar vol leuke verhalen van de vakantie terugkomen, wilde mijn buurman, handige Harrie, dit jaar ook eens zo’n leuke campingvakantie meemaken. Hij had meteen een joekel van een bungalowtent gekocht en voor deze vakantie zouden ze hem opzetten naast onze camper. Volgens eigen zeggen was hij vroeger een van de beste tentopzetters uit de omgeving geweest en had dus absoluut geen hulp van mij nodig.

Maar toen wij onszelf al lang en breed voor onze camper geïnstalleerd hadden, en ik aan een heerlijk koel glas bier zat te lurken, was hij nog druk bezig met het ontcijferen van de bijgeleverde bouwtekening, en had iedere buis al minstens tien keer in zijn handen gehad. Ik denk dat ze de tent in een Zweedse meubelzaak gekocht hadden.

Nadat ik al een aantal keren ‘proost’ tegen hem had geroepen, had hij het oranje geval tegen de avond dan toch eindelijk staan. Maar dat duurde niet zo heel lang, want onze ras-campeerder en weerdeskundige had aan de lucht gezien dat het de komende nacht wel eens zou kunnen gaan stormen.

Als een idioot begon hij de haringen van de tent weer uit de grond te trekken en aan zijn auto vast te maken. Toen ik deze handeling met verbazing zat gade te slaan, dacht ik het te weten.

   “O, dat doe je zeker om te voorkomen dat je auto wegwaait” vroeg ik onnozel. Hij keek me aan, schudde zijn hoofd een keer en ging weer verder.

“Jij weet ook niets van camperen,” zei hij meer tegen zichzelf dan tegen mij.

Achteraf viel de harde wind best mee. Eigenlijk een storm in een glas water, tot grote opluchting van Harrie, die alweer vroeg uit de veren was om met volle teugen van de eerste vakantiedag te gaan genieten.

Omdat hij het Bets, zijn vrouw, beloofd had, wilde hij al vroeg in de ochtend verse broodjes gaan halen in het nabij gelegen dorp. Intussen wilde zij nog even wat na-doezelen in het slaapgedeelte van hun luxe bungalowtent.

Ik vroeg of hij voor ons ook wat broodjes wilde meebrengen.

“Geen probleem,” zei Harrie goedgehumeurd, en precies waar ik stiekem op gehoopt had, gebeurde ook:

Hij stapte in zijn auto en sjeesde het campingpad af, de oranje bungalowtent vrolijk achter zijn auto wapperend. Eigenlijk best een leuk gezicht, want ik zei nog tegen mijn vriendin:

“Dat zullen ze hier in Duitsland wel kunnen waarderen, want ze zijn hier toch al zo gek op ons Koningshuis.”

Bets, die plotseling in de openlucht lag na te doezelen, was uiteraard meteen wakker. Met grote verschrikte ogen en haar haren recht op haar hoofd kwam ze met een schok overeind. Even zat ze verdwaasd op haar luchtbed in de openlucht wat rond te kijken en trok toen vliegensvlug de slaapzak over haar bloot bovenlijf.

“Ook goeiemorgen!!” riep ik vriendelijk naar haar.

“WA...WAAR IS ONZE TENT?” riep ze in paniek naar ons.

“Ooh die, die is effe met Harrie mee broodjes halen.”

Harrie deed in elk geval zijn bijnaam weer volop eer aan.

Zoals gewoonlijk had mijn vriendin weer medelijden met Bets.

En ik?...ik vond in elk geval dat de vakantie niet beter had kunnen beginnen....


Vakantie